“Kennelijk-onredelijk-ontslag-procedure”
Bij een ontslagvergunningsprocedure wordt alleen beslist over het al dan niet verlenen van een vergunning voor opzegging. Het UWV oordeelt niet over een eventuele vergoeding bij ontslag.
Indien door het UWV de ontslagvergunning wordt verleend, kunt u als werknemer via een “kennelijk onredelijk ontslag procedure” bij de rechter een (ontslag-/schade)vergoeding vorderen. Een kennelijk onredelijk ontslag procedure dient te worden gestart binnen een half jaar nadat het dienstverband is geëindigd.
Indien de rechter van oordeel is dat het ontslag 'kennelijk onredelijk' is, kan een vergoeding worden toegekend. Een rechter zal per geval bekijken of een ontslag kennelijk onredelijk is. In de beoordeling door de rechter wordt gekeken naar:
- de ontslagreden en het eventuele verwijt daarvan aan de werkgever of de werknemer;
- de lengte van het dienstverband;
- de leeftijd van de werknemer en diens kansen op de arbeidsmarkt;
- de eventuele arbeidsongeschiktheid van de werknemer en de relatie daarvan met zijn werk;
- de inspanning van de werkgever om voor de werknemer ander passend werk te vinden;
- de financiële positie van de werkgever.
De beoordeling van deze factoren kan leiden tot het oordeel dat het ontslag kennelijk onredelijk is en dus een vergoeding op zijn plaats is. Een vergoeding wordt op basis van een ander kader beoordeeld dan bij een ontbindingsprocedure. De kennelijk onredelijk ontslag procedure kent wèl de mogelijkheid van hoger beroep.
Als u vragen heeft over de vraag of een kennelijk onredelijk ontslag procedure voor u zinvol is, kunt u contact met ons opnemen. Wij vertellen u dan graag meer over uw kansen, risico’s en kosten.