Ontslag om bedrijfseconomische reden

Onder een bedrijfseconomisch motief voor ontslag vallen verscheidene scenario’s, zoals reorganisatie wegens een verslechterde financiĆ«le situatie, herstructurering, sanering, kostenbesparing, invloeden van arbeidsbesparende technologie, rendementsverbetering of een combinatie daarvan.

Op grond van een bedrijfseconomisch motief kunt u als werkgever een ontslagvergunning aanvragen bij het UWV Werkbedrijf of via de rechter ontbinding van de arbeidsovereenkomst verzoeken. U dient de reden als werkgever goed te motiveren. Veelal zullen onderbouwende stukken worden verlangd zoals:

–Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā  financiĆ«le en andere bedrijfsgegevens over meerdere jaren, waaruit een verslechtering van de bedrijfseconomische situatie is af te leiden;
–Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā  een reorganisatie- of kostenbesparingsplan waaruit blijkt welke maatregelen genomen gaan worden om tot een verbetering te komen;
–Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā  een onderbouwing waaruit blijkt welke besparing noodzakelijk is en hoeveel de te nemen maatregelen opleveren, zodat sprake is van een gezonde bedrijfseconomische situatie;
–Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā  een personeelslijst van alle medewerkers waaruit ondermeer hun functie, leeftijd en aantal dienstjaren blijken;
–Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā  een onderbouwing waaruit volgt welke medewerkers met toepassing van de juiste criteria voorgedragen worden voor ontslag.

Bij noodzakelijke afvloeiing van medewerkers in vaste dienst, wordt u als werkgever geacht om eerst contracten met flexibele arbeidskrachten te beƫindigen of te laten eindigen. Het gaat daarbij om ondermeer uitzendkrachten, freelancers, ingeleende krachten (detachering), maar ook om arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd

Ter bepaling van de medewerkers die dienen af te vloeien, wordt een juiste toepassing van het afspiegelingsbeginsel verlangd. Bij toepassing van het afspiegelingsbeginsel worden medewerkers – met eenzelfde c.q. uitwisselbare functie – ingedeeld in 5 leeftijdscategorieĆ«n: van 15 tot 25 jaar, van 25 tot 35 jaar, van 35 tot 45 jaar, van 45 tot 55 jaar en van 55 jaar en ouder. Bij bepaling van het aantal af te vloeien medewerkers in een functiegroep, dienen de ontslagen zodanig over de leeftijdsgroepen te worden verdeeld dat de leeftijdsopbouw binnen de functiegroep zoveel mogelijk gelijk blijft. Binnen elke leeftijdsgroep moet eerst de werknemer ontslagen worden met het kortste dienstverband.

Onder voorwaarden is het mogelijk om van het afspiegelingsbeginsel af te wijken. Te denken valt aan werknemers die een zwakke arbeidsmarktpositie hebben of medewerkers die als ā€œonmisbaarā€ moeten worden aangemerkt. Laatstbedoelde groep medewerkers heeft verifieerbaar specifieke kennis, ervaring en/of vaardigheden, die voor uw bedrijfsvoering onmisbaar is.

Geen afspiegeling hoeft plaats te vinden als een functiegroep als geheel wordt opgeheven. Ook indien een medewerker een unieke, niet met enig andere medewerker uitwisselbare functie vervult, vindt geen afspiegeling plaats.

HetĀ UWV Werkbedrijf of de kantonrechter beslist uiteindelijk of het motief voldoende aannemelijk is en dient te leiden tot een ontslagvergunning respectievelijk ontbinding van de arbeidsovereenkomst.

Scroll naar boven