Loon en arbeidsvoorwaarden

Loon en arbeidsvoorwaarden

Als de werkgever een CAO heeft of onder de werking van een CAO valt, dan zal de CAO bepalen wat de hoogte van het loon is. De werkgever moet dan minimaal het loon betalen dat in de CAO is afgesproken. Dit wordt soms ook wel het garantieloon genoemd. Afspraken over het loon kunnen op verschillende manieren in de CAO zijn bepaald, namelijk met een standaard-karakter of een minimum-karakter. Bij een standaard-karakter mag er niet van het CAO-loon worden afgeweken. Bij een minimum-karakter mag er alleen van het CAO-loon worden afgeweken, als de werknemer daardoor meer betaald krijgt.

In de meeste CAO’s staan de functies ingedeeld in loonschalen. Deze schalen bepalen het loon van verschillende functies. Hoe zwaarder de functie, hoe hoger de loonschaal waarin de functie is ingedeeld.

Als de werkgever geen CAO heeft of niet onder een CAO valt, dan is de hoogte van het salaris meestal te vinden in de arbeidsovereenkomst. De hoogte van dit loon moet minimaal het wettelijk minimumloon zijn. Onder de 21 jaar krijg je als werknemer een minimumjeugdloon. Naast het minimumloon heb je als werknemer ook recht op vakantiegeld. Volgens de wet is dat ten minste 8% van het jaarsalaris.

Als er geen CAO is, moet de werkgever zich alsnog aan een aantal regels houden: Zo zijn er vaste regels opgenomen in het Burgerlijk Wetboek over de proeftijd, vakantieopzegtermijn en ontslag. Ook dient de werkgever zich te houden aan de arbeidstijdenwet. Denk verder aan het in de (Arbo)wet verankerde recht op een veilige en gezonde werkplek. De werkgever heeft een verplichting om daarvoor zorg te dragen. Verder zijn er in de wet verankerde regels ten aanzien van het recht op zwangerschapsverlof en/of ouderschapsverlof.

Scroll naar boven