Scheidingsprocedure

Procedure op tegenspraak

Een echtscheidingsprocedure loopt altijd via de rechtbank. Een procedure op tegenspraak wordt gevoerd wanneer het niet lukt om in onderling overleg met de partner tot afspraken over de echtscheiding te komen. Deze procedure begint altijd met een verzoekschrift dat – door een advocaat – bij de rechtbank wordt ingediend en vervolgens door een deurwaarder aan de partner wordt uitgereikt. Dit wordt zo door de wet voorgeschreven omdat de rechtbank er zeker van wil zijn dat de partner op de hoogte is van het ingediende verzoekschrift tot echtscheiding bij de rechtbank. In dit verzoekschrift kan naast de echtscheiding ook gevraagd worden om zogenaamde nevenvoorzieningen, bijvoorbeeld bij wie de kinderen blijven wonen na de echtscheiding of een bedrag aan alimentatie.

Als de partner het niet eens is met het verzoek kan deze verweer voeren, door binnen 6 weken na ontvangst van het verzoekschrift via de deurwaarder, bij de rechter door zijn of haar advocaat een verweerschrift te laten indienen. In dat verweerschrift kan de partner ook een ‘zelfstandig verzoek’ doen, waarin de partner vraagt om bepaalde nevenvoorzieningen te treffen. Hiertegen kan vervolgens door de ander weer verweer gevoerd worden.

Na ontvangst van alle stukken, zal de rechtbank een datum bepalen voor een mondelinge behandeling. Dit zal in een besloten zitting gebeuren, waarbij alleen partijen, de wederzijdse advocaten en mogelijk de Raad voor de Kinderbescherming aanwezig zijn. Binnen 4 weken na deze zitting doet de rechter een uitspraak, waarbij in ieder geval de echtscheiding wordt uitgesproken. Deze beslissing wordt toegezonden aan de advocaten.

Een huwelijk eindigt overigens pas daadwerkelijk wanneer de echtscheidingsbeschikking van de rechter is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente. Uw advocaat zorgt hier voor.